Het reisverslag van Jojanneke, Jannes & Okka van hun stage in Belize | ||
|
||
Deel 9: vrijdag 4 april t/m vrijdag 11 april 2003 | ||
|
||
Vrijdag
4 april Om twee uur moeten zij mij hier oppikken van het busstation, dus ik ga maar braaf zitten wachtten. Om twee uur is er nog niemand. Om drie uur ook niet. Het was bijna vier uur voordat ze hier aankwamen, ik dacht dat ze mij al waren vergeten. We zijn nog zes keer door de stad heen gereden omdat er nog een andere vrouw mee zou naar Chiquibul. Ze kwam niet opdagen en rond vijf uur zijn we eindelijk vertrokken. We zijn eerst door Mountain Pine Ridge gereden. Dit is een droog landschap met heel veel dennenbomen (Pinus sp.) die voornamelijk dood zijn. Het lijkt heel triest, net een kerkhof. De schorskevers konden een aantal jaren geleden oprukken, omdat er flink werd bezuinigd op Forestry (bosbouw). Er moesten erg veel mensen weg en het bosbeheer en kapbeleid werd nogal verwaarloosd. Er leefde in dit bos eerder een hele gemeenschap, zelfs met een klein schooltje, maar dat is nu allemaal verlaten. Rafael heeft tot zes jaar geleden voor de Forestry department in Mountain Pine Ridge gewerkt. Hij hield het dierenleven in de gaten. Daarvoor had hij in de dierentuin gewerkt en was daardoor erg aan dieren gehecht geraakt. Bij Forestry kwam hij er achter dat de boswachters zelf gewoon op het wild jaagden. Zijn baan was juist om het te beschermen, erg dubieus. Via een lange brug kom je in Chiquibul Forest terecht en uiteindelijk in Chiquibul Reserve. De brug is een totale strakke overgang van pine forest (naaldbos) naar deciduous woods (loofbos), echt een vreemd gezicht. Las Cuevas is een indrukwekkende plaats. Er staan enorme houten gebouwen op palen. Er is een klein lab en er is een lecture room (college zaal) en er zijn nog een aantal huizen waar het personeel in woont. Er is een keuken die via een brug met het hoofdgebouw is verbonden en er is een enorme generator die elektriciteit levert en water uit de grot pompt. Aan een kant staat een enorme boom met Oropendola's en hun nesten. Er vliegen de gekste soorten vogels heen en weer en we hebben net een kijkje mogen nemen bij een tweetal jonge Harpy eagles die hier tot zaterdag in een observatiekooi verblijven. Enorme dieren! Er loopt hier ook een population assesment study voor Jaguars door een of andere Amerikaan. Verder is er een vrouw (Holly) die van vier soorten palmen (Fish tail - typen) de bloeitijd, vruchttijd en bestuiving bestudeerd. John Martin is hier dus ook (plantengallen) en hij doet zijn onderzoek hier tijdens zijn vakantie. Vannacht slapen we op Las Cuevas. Mijn groepje bestaat uit Lenny, een lange donkere man, die de tocht georganiseerd heeft, Derric, een kleine Spaanse vent die de GPS hanteert, Theresa, een kleine dikke vrouw die bij Archeologie werkt op de Uni en natuurlijk Rafael. Ze lijken me allemaal bijzonder aardig en ze betrekken mij direct bij de groep. Zaterdag
5 april De tocht die we nu maken is ter voorbereiding van een jaarlijkse excursie die gaat worden georganiseerd. Er wordt dan twee dagen door het bos gebanjerd en door de grot en daarna wordt de groep getransporteerd naar de andere kant van Las Cuevas om daar met kano's drie dagen de rivier af te zakken. Dit gaan ze volgende maand uittesten. Misschien kan ik dan wel weer mee. De excursies zijn voor mensen die voor hun beroep ook reeds betrokken zijn bij milieubeheer en bosbeheer, toerisme, overheid en dergelijke. Deze mensen kunnen dan eens zelf ervaren wat de waarde is van een dergelijk natuurreservaat. Er zitten in dit bos ook een heleboel Xatero's. Dit zijn Guatemalesen die hier bomen vellen en verwijderen en bloemen stelen om duur te verkopen op de Europese en Amerikaanse markt. Vorige jaren zaten er vele honderden, maar volgens sommige mensen zitten er dit jaar niet zo veel. Ze zijn erg arm en desperaat en daarom gewapend en gevaarlijk. Ik hoop niet dat we ze tegen komen. In een groep is het niet zo gevaarlijk, maar je moet hier niet in je eentje rondlopen. Ik heb al wel dertig teken van mijn lijf verwijderd en ze zitten nog overal in mijn kleren. Vandaag was nogal wat. Jasper, ik heb je verjaardag op een geweldige mannier kunnen vieren, alleen was jij er niet bij. We drinken vanavond een soort whisky verdund met water bij het licht van een kaars en we hebben op je getoost! Ik heb al een zak vol nieuwe gallen en morgen kan ik misschien uitgebreid met John Martin om mijn gallen gaan zitten en alles uitzoeken, het leven is mooi. De organisatie waarmee ik nu mee in het bos zit heet Friends for Conservation Development. In 1989 zijn ze begonnen als Youth Environmental Action Group. Rafael en een achttal mensen werkten toen in de dierentuin en vonden het leuk om eens wild dieren in het wild te bekijken en er op uit te gaan. Ze hebben eerder alles uit eigen portemonnee betaald, maar dat is nu niet meer te doen. De excursie die we nu uitzetten wordt gesponsord door PACT, Protected Areas Conservation Trust. Lenny doet voor zijn werk ook outdoor dingen en Raf en Derric zitten op het zelfde kantoor van RARE Centre for Tropical Conservation. Er zitten hier langs de rivier een heel aantal Bufo marinus, gigantische padden die een enorm brulgeluid kunnen veroorzaken, maar vanavond gelukkig niet. Tussen de steentjes zit op elke twee centimeter wel een spin. Je kunt ze zien zitten door de groene reflectie van hun ogen. Zondag
6 april We zijn net meer dan 2 mijl verkeerd gelopen en we zijn Rafael kwijt. Hij dacht ook dat we op de goede pad zaten en is als een speer vooruit gerend naar de rivier (gelukkig is er daar ook een rivier) om even te skinny dippen, stom!!! We moeten wel op tijd voorbij de Natural Arch (heuvel waar de rivier onderdoor stroomt, waardoor het een brug lijkt) komen vandaag, want daar wacht de jeep op ons voor vervoer naar Las Cuevas. We zijn terug gelopen tot de orginele verkeerde splitsing en hebben signalen achtergelaten voor Rafael. Om tien uur waren we die jongen al kwijt. We hebben een enorm lange libelle gezien met een achterlijf van zeker 8 cm lang en prachtig blauw, net een juffer, maar niet! Sapodilla of Zapote is de boom waar die zachte "peren" vandaan komen die ik in Belize City heb gegeten in januari. We hebben er al verscheidene op. Lenny wacht een uur bij de junction en Theresa en Derric en ik zijn alvast naar de Arch gelopen. Daar hebben we eerst nieuw water gehaald bij de rivier en daarna ons kamp opgezet. Het is nu toch al te laat om nog naar Cuevas te lopen en de auto gaat ook niet weg zonder Rafael. Lenny is naar de auto toegelopen om met de chauffeur te overleggen. Het is nu al via de radio gemeld dat Rafael missende is en dat kan heel Belize horen. Om zes uur hoorden we iemand "hoe" roepen. Dat was Rafael. Dat roepsignaal wordt gebruikt voor communicatie, om te checken of degene voor of achter je nog wel in de buurt is. Hij had hele verhalen, maar hij kon niet goedpraten waarom hij in zijn eentje vooruit was gerent. Iedereen had hopen commentaar, nou ja, alles kwam weer goed. We waren wel bang geweest dat Rafael Xatero's was tegen gekomen en dat het daarom zolang duurde, maar gelukkig heeft hij niemand gezien. Hij was doorgerend tot aan de Ceibo-river en heeft zelfs overwogen deze te volgen, omdat hij daar de Natural Arch niet zo snel kon vinden. Vandaag hebben we 8 mijl gelopen en gisteren 10. Het is nog vijftien kilometer naar Cuevas, dus we gaan vroeg lopen morgenochtend. Ik zit lekker in mijn hangmat onder mijn muskietennet te schrijven met mijn maglite. Mijn hoofdlamp is alweer leeg omdat hij aan is gegaan in mijn tas. We hebben rijst gegeten met een beetje pindakaas en bonenprut en mijn blikje sardines. Er kwam zojuist spontaan een hele boom naar beneden. Derric zegt dat dat komt door het opwarmen van het hout overdag en dan het afkoelen 's avonds. Ik dacht dat ie op ons kamp ging vallen. Ik ben nu zo ongelofelijk moe, mijn benen, mijn voeten, mijn hoofd. Maandag
7 april Ik heb alle gallen van afgelopen weekend gefotografeerd en nu gaan ze in mijn droogmap. Op Cuevas is ook een Mayafamilie om de boel draaiende te houden. Isidro is een kleine man en zijn broer is tien centimeter groter en heet Chapal. Chapal is getrouwd met Celia, die in de keuken werkt, samen met Maria. Enrique is de Spaanse gast die ons uit de jungle heeft gehaald, hij lacht bijna altijd, zelfs als de auto hopeloos vast zat. Corrie is een meisje van 25 uit de US die via serveren, hiken en vogelstudies nu in Cuevas werkt als vrijwilliger om de Harpy eagles te bestuderen. Dit doet ze samen met Jarod, een hele stille slungelige jongen. In het lab heb ik een microscoop gevonden! In de witte stekelhaarbolletjes van een van de gallen zitten witte larven, ik denk van een wesp. Deze plek is zo heerlijk, Chapal heeft me al kunnen helpen met een paar van de planten. Langzaam aan komen nu de studenten uit Schotland binnen. Zo'n drukte is het hier blijkbaar nog nooit geweest. Dinsdag
8 april Vanochtend ben ik met John Martin op pad geweest. We hebben een paar planten gezocht voor de Edingburgh groep en we zijn naar de uitkijktoren gelopen, vanwaar je het hele gebied kunt overzien. Er is een vine (klimplant) die blad heeft in de vorm van koeienpoten en heet daarom Cowfoot, Bowhenia sp. Onder andere Chamaedoria pauciflora (Fishtail) is een van de varens die Holly bestudeerd. Er zit een bloeiaar op die oranje is en er zitten zwarte ronde besjes aan. John heeft me een plant laten zien die de 'Flower of Death' heet, Deherainia smaragdina, Theophrastaceae. Prachtige sleutelbleom-achtige bloemen en het blad lijkt bijna exact op dat van Nargusta, Terminalia amazonia. Ik weet nu ook hoe de bos-equivalent van Coccoloba uvifera, die langs de kust groeit, heet. Coccoloba belizensis, Polygonaceae, met enorme grote bladeren. De palm met de stam als een Cohune palm, maar met de 'palmate leaves' of handvormige bladeren, is een Sabal. Ze kunnen behoorlijk groot worden. De 'All Spice' is een Myrtaceae, Pimenta dioica, die in principe overal wel te vinden is en heerlijk spicy ruikt als je het blad verkruimeld. Koriander of zo. De Give and Take-palm staat hier ook in overvloed rond het kamp. Op de stam zitten enorme, tot tien cm lange stekels die naar beneden gericht op de stam staan. Scherp! Daar wil je niet inklimmen als je een kudde White-lipped peccary's (zwijnen) tegen komt. Calliandra houstoniana is de Billy web. De boom heeft dubbelgeveerde bladeren en de jonge bladeren zijn bruinig. De zaaddozen steken recht omhoog. Vismea baccifera is een andere plant die John wilde verzamelen. Ovale bladeren, tegenoverstaand en de jonge bladeren oranjebruin, heel mooi als struik. Als je ergens een stukje afbreekt komt er oranje sap uit. Op de uitkijktoren zat een Potterwasp. Een soort wesp die net zo groot is als de Horenaar, maar deze groep maakt potvormige nesten van klei. Naast de toren groeit een prachtige Passiflora sp. met witte en paarse bloemen. De stamper is een beetje wit/groen. Het blad is a la Vitis (druif). Er staan hier in het bos ook Araliaceae en we kwamen net langs een Dendropanax arboreus. Vaak hebben de soorten vlezige bladeren. Protium copal is een boom die langwerpige ovale bladeren heeft met een verdikking aan weerszijden van de bladstengel. De Rhododendron-achtige plant met de gele bloemen, die ik in cockscomb en in Chiquibul overal langs bosranden heb gezien, is Clusia guttifera. De Jackass bitter is een Critonia species. Sam en David, de twee docenten van Edinburgh, hebben mij goed kunnen helpen met een heel aantal van de planten die ik had verzameld. Natuurlijk heb ik veeeeeel te weinig materiaal meegebracht, dus moeten ze het soms doen met een enkel blad en dergelijke en dat werkt niet zo goed. Maar ja, ik had nogal haast tijdens het lopen. John heeft me ook al flink geholpen met de identificatie van zoveel mogelijk specimens. Zelfs een van mijn dia's heeft hij op naam kunnen brengen: Pink leaf-margin curl gall, hij vond de soort ook in de dierentuin. De plant is Calyptranthes bartletti en de psyllid is Syntomoza lebesi. Op Lonchocarpus rugosus heb ik naast de Euphalerus magnus ook takzwellingen gevonden. De larven zijn 2 mm lang en wit en hebben zwarte monddelen. Vlak voordat ze uitkomen zijn ze een stuk donkerder gekleurd en zijn dan zeker drie keer zo groot en hebben dan een rups-achtig uiterlijk. Ik denk dat het een soort vlinder is. Vanmiddag heb ik in mijn eentje de Las Cuevas-grot bezocht. Het is een tocht van een half uurtje. Er zitten veel vleermuizen in die rakelings langs je heen scheren en miljoenpoten en veel spinnetjes met groen oplichtende ogen. Ik zit vanavond bij de Edingburgh-groep en zij zijn aan het kijken wat de meest typische kenmerken zijn van de families in dit bos. Chrysophyllum is het geslacht van de plant met 14 cm lange ronde ovale bladeren met een kort spits uiteinde. De onderkant is prachtig goudharig. De nerven zijn bijna horizontaal en er loopt een nerfrand helemaal om de nerven heen. Een meisje is met de Sterculiaceae bezig en toevallig wist ik een exemplaar te staan van een Guazuma sp. vlakbij de grot. De boom heeft 'subspiny' fruit die wel een beetje lijken op oude aardappelgallen die alleen nog de galkamers laten zien. Een stompstekelig bolletje. Woensdag
9 april We hebben lang de weg gelunched in 'Cheers' en in het begin van de middag waren we bij Belize Audubon. Okka en Jannes hadden pas vanochtend te horen gekregen dat ik vandaag terug zou komen. Okka was vrijdag ziek geweest en zaterdag zijn ze naar Caye Caulker gegaan. Hier kwamen ze weer allerlei bekenden tegen en ze hebben lekker gecampeerd bij Tina's. De inhoud van hun toilettassen waren op een bepaald moment over het hele terrein verspreid, maar gelukkig is er niets gestolen. Jannes heeft vandaag eindelijk zijn camera ontvangen. De oude was oud en kapot. Hij blij. Ik heb nu direct Jasper gebeld om hem te feliciteren en we hebben lekker meer dan een uur gekletst! Donderdag
10 april Vanavond hebben Jannes en Okka Hutspot gemaakt! Heel vreemd zulke Hollandse kost in Belize, maar wel erg lekker. Ik heb verder nog iets op te biechten: Ik heb op 24 januari of zoiets al mijn horloge verzopen, omdat ik het mee naar twintig meter diepte heb genomen. Heeeel erg, het was helemaal bruin-oranje aan alle kanten en ik voelde me tamelijk ongelukkig. Jannes en Okka hebben het dit weekend toch maar (stiekem) naar de maker gebracht in Belize City. Een wazig mannetje met een lade en een paar plastic zakken voor fijne schroefjes en uurwerkjes. Hij heeft het horloge netjes schoongemaakt, op een roestvlekje na, en er een nieuw uurwerk in gestopt. Ik kreeg het horloge om de hals van een bers Belikin-biertje gepresenteerd. Lief hè?! De schatten!!! Vrijdag
11 april
|
De foto's staan in
willekeurige volgorde en hoeven niet noodzakelijk aan te sluiten bij de
tekst. |
|